Hoe kalibreer je een warmtebeeldcamera?
Het kalibreren van een warmtebeeldcamera is het afstellen van de warmtebeeldcamera met bekende temperaturen zodat je er nauwkeurige metingen mee uit kunt voeren. Alle FLIR warmtebeeldcamera’s zijn gekalibreerd vanuit de fabriek maar in de loop van tijd kunnen er afwijkingen optreden in de kalibratie. Daarom is het aan te raden je warmtebeeldcamera regelmatig te kalibreren. FLIR adviseert dit jaarlijks te doen.
Kun je een warmtebeeldcamera zelf kalibreren? Helaas is het antwoord nee. Om te laten zien waarom je dit niet zelf kunt nemen we je hieronder mee met een warmtebeeldcamera kalibratie in het lab.
Warmtebeeldcamera kalibreren in het lab
Warmtebeeldcamera’s worden gekalibreerd door middel van blackbody’s in een gecontroleerde omgeving. Blackbodies hebben een zeer hoge emissiviteit wat betekent dat ze bijna alle elektromagnetische straling uitstralen en absorberen (de ideale blackbody heeft een emissiviteit van 1,0 en absorbeert en straalt perfect alle straling). De blackbodies in een kalibratielab zijn gecertificeerd.
De referentiebronnen van blackbodies zijn geplaatst in een have cirkel en ingesteld op verschillende bekende temperaturen. Vervolgens wordt de warmtebeeldcamera één voor één op iedere referentiebron (temperatuur) gericht. De signaalwaarde bij iedere temperatuur wordt vastgelegd door kalibratiesoftware en elk paar signaal- en temperatuurwaarden word uitgezet langs een curve, waarvan het vergelijk is gebaseerd op een natuurlijk model. Deze gegevens worden vervolgens in de warmtebeeldcamera geladen en deze wordt hierdoor gekalibreerd zodat hij weer aan de nauwkeurigheidseisen voldoet.
Zelf een kalibratie controle uitvoeren
Wanneer je warmtebeeldcamera niet meer goed gekalibreerd is, is dat meestal met relatief hoge waarde. Dat wil zeggen dat wanneer je een huis tuin en keuken check doet je zelf zou moeten kunnen ondervinden dat deze niet meer in orde is. Wanneer je temperaturen aardig in de buurt komen wil het zeggen dat je camera waarschijnlijk goed is gekalibreerd. Houd wel in je achterhoofd dat een eigen check niet garandeert dat je camera goed is gekalibreerd.
Net zoals bij kalibratie in het lab controleren we de metingen van de warmtebeeldcamera op bekende temperaturen. Hiervoor is het noodzakelijk dat je minimaal twee bekende temperaturen gebruikt. Als eerste meting kun je bijvoorbeeld kokend water gebruiken 100°C (212°F). Zorg ervoor dat het water goed kookt, een paar belletjes is niet genoeg. Houd er wel rekening mee dat de lens van je warmtebeeldcamera niet condenseert.
Als tweede meting kun je smeltend ijs gebruiken. Dit heeft een temperatuur van 0°C (32°F). Ben er zeker van dat het ijs smelt, ijsblokjes direct uit de vriezer zijn veel kouder. Voor het beste resultaat adviseren we het ijs te mengen met wat water.
Stel de warmtebeeldcamera in met een emissiviteit van 0.96 en richt op het wateroppervlak. Om er achter te komen of je camera nauwkeurig goede is zou hij op het kokende water een meting moeten laten zien tussen 98°C - 102°C (208.4°F - 215.6°F). Je warmtebeeldcamera heeft dan een nauwkeurigheid van +/- 2°C.
Moet ik echt mijn warmtebeeldcamera ieder jaar laten kalibreren?
De kalibratie controle hierboven is een goede manier om erachter te komen of de nauwkeurigheid van je warmtebeeldcamera nog goed is maar dit is geen garantie. Zonder goed onderhoud kun je nauwkeurige metingen dus niet garanderen. Bij warmtebeeldcamera.nl bieden wij 2 mogelijkheden aan voor kalibratie. Mogelijkheid 1: Inhouse kalibratie. Mogelijkheid 2: General maintenance FLIR. Voor meer informatie of een kalibratie afspraak bel 0416 - 369473 of stuur ons een mail op [email protected]